tekst pagina 6 en 7 Vanaf het moment van uitvinding zijn er altijd verschillende en vaak zeer tegengestelde bewegingen in het hanteren van de fotografische techniek geweest. Natuurlijk was er altijd de vermeende wetmatigheid van de techniek die ambachtelijke beheersing hoogachtte, tot speerpunt of conditie maakte. Vaak leidde (en leidt) die onderschikking tot een zekere doodsheid, tot gladde perfectie, tot illustratieve plaatjesmakerij – ook en misschien nog wel sterker in dit tijdperk van digitalisering. Daarnaast waren (en zijn) er van meet af aan ook kunstenaars, zowel afkomstig uit de kringen van fotografen zelf als uit die van schilders en beeldhouwers, die fotografie zagen (en zien) als een middel, als een inspirerend instrument om de werkelijkheid op alle mogelijke manieren te onderzoeken en in zijn verschijningen te analyseren, niet met de intentie dat ene perfecte beeld te maken. Zij gebruiken foto’s in hun kwaliteit van schets, van verslag, van experiment en van document in de breedste betekenis van dat begrip. In de geschiedenis is de bijzondere, ook zelfstandige, visuele kwaliteit van die gebruiken van fotografie vroeg of laat altijd erkend. Denk aan de foto’s van Breitner of aan de fotografische ‘ontdekkingen’ van Paul Schuitema en Piet Zwart. Sinds de jaren zestig van de 20ste eeuw is een dergelijk vrij gebruik van fotografie volledig geaccepteerd als methode binnen de beeldende kunst en heeft op zijn beurt de meer klassieke vormen van fotografie niet onberoerd gelaten. Anne van de Pals is zo’n kunstenaar die fotografie gebruikt als middel. Zelf schrijft ze over de foto’s die zij een paar jaar geleden in haar ouderlijk huis maakte: ‘(...) In eerste instantie (…) documentaire-achtige reeksen (…). De boerderijserie is er daar een van. Ik fotografeerde het leven van mijn vader en broer en legde hun omgangsvormen met hun honden bloot. (…) De omschrijving ‘documentaire-achtig’ is zowel juist als te bescheiden. De serie werd in 2009 door een jury voor de gemeentelijke kunstaankopen voor het Stedelijk Museum Amsterdam geselecteerd in het kader van een expositie die fotografisch werk wilde laten zien dat niet in eerste instantie gemaakt was met de bedoeling kunst te maken maar bij nadere beschouwing volstrekt eigenzinnige kwaliteiten bezit. In de boerderijreeks tast Anne van de Pals met haar camera situaties af die haar bijzonder vertrouwd zijn. De lens lijkt letterlijk een extensie van handen waarmee zij, als een beeldhouwer, details modelleert, vormen en tegenvormen in elkaar schuift, materialiteit zichtbaar maakt. Tegelijkertijd maakt zij op typisch fotografische wijze een zeer aardse werkelijkheid zichtbaar: hard en zwaar werk, lichamelijkheid, de relatie tussen mens en dier. De foto’s zijn sterk, ontroerend, geworteld in een zeer vrije opvatting van de zogenaamde ‘documentaire’. Op de expositie ‘Off the record’ hingen ze in een los verband. Samen met Anne van de Pals kozen we voor de collectie van het Stedelijk een serie die, strak naast elkaar gehangen, de voor dit werk kenmerkende balans tussen formeel onderzoek en inhoudelijke kracht benadrukt. Hripsime Visser Conservator fotografie Stedelijk Museum Amsterdam tekst pagina 30 Haar stampvolle werktafelblad is een kunstwerk op zich; het krioelt er van de werken in uitvoering. Haar verkennend onderzoek mondt steevast uit in reeksen. Van de Pals heeft het werk graag ‘onderhanden’. Ze maakt fysiek contact met het materiaal. Ze ontleedt het, keert het binnenstebuiten, herschikt door delen wat op te schuiven of geheel te verwijderen met de mogelijkheid ze elders toe te voegen. De ankerthema’s in haar werk zijn leven & dood, aan- & afwezigheid en vanuit het diapositief: verliezen & (daaruit voortvloeiend) gewinnen. Het is zichtbaar in de foto’s van haar thuisfront, waar de absentie van haar moeder een sterkere band tussen vader, zoon en de twee huishonden animeert. Uit tekst catalogus Papierbiënnale Museum Rijswijk door Frank van der Ploeg. |